Al een aantal maanden liep ik met het idee rond om mijn blog uit te breiden, niet alleen food-gerelateerde berichten, maar ook tekstjes over mijn dagelijks leven en beelden van dingen die ik mooi vind of die me inspireren. Marèsalicious blijft zeker bestaan, maar ik heb er een andere blog bij gemaakt. Je bent van harte welkom op:
Marèsalicious
The belly rules the mind. ~ Spanish Proverb
dinsdag 24 september 2013
zondag 28 april 2013
De essentie
Wel willen, maar niet kunnen, het gevoel missen, er niet bij passen, er stiekem toch andere ideeën op na houden. Een wannabe, dat was ik, een wannabe foodie. Het is zo leuk om ergens bij te horen, je onder een noemer te kunnen scharen en de incrowd te bewonderen; mensen die er elke dag mee bezig zijn, die durven proeven, vernieuwen en tongstrelende snoepreisjes maken met even zo tongstrelende foto’s van boutique-bakkerijen, onafhankelijke geitenkwekers en paardebloemkaasmakerijen. Mensen die in een handomdraai een achtgangendiner voor onverwachte gasten op tafel toveren. Op een maandagavond.
Natuurlijk kan ik genieten van een prachtig vormgegeven culinair tijdschrift waarin experts aan het woord komen en je je kunt vergapen aan de nieuwste snufjes en gadgets op kookgebied (je zou er spontaan FOMO* van krijgen), of van een gezellige markt ergens op de wereld waar je oren, ogen, neuzen en vingers tekort komt. Natuurlijk houd ik van lekker eten, van praten over eten, en kijken naar eten, zelfs van foto’s maken van eten, maar daar ligt de grens. Ik kan niet euforisch worden bij het vooruitzicht van een degustatiemenu in een Michelinsterrenrestaurant, of honderden euro’s uitgeven aan een Magimix in de hotste zomerkleuren. Foodfestivals vind ik meestal te ‘posh’, ik doe niet aan what’s hot en what’s not en ik moet al helemaal niet denken aan het in elkaar zetten van een achtgangendiner met prachtig gedresseerde borden. Ik ben al blij als ik een lekkere maaltijd op tafel kan zetten, van meer dan dat word ik hartstikke zenuwachtig en jaag ik mensen de keuken uit.
Eten (of misschien beter gezegd Food) is onderdeel van de esthetica, een elitaire aangelegenheid. Een goed gevuld bord? Nee zeg, het moet eruit zien als een bord gedresseerde blokjes met bladfrummeltjes of het moet gebakken lucht zijn, zoals in de moleculaire keuken, een rookgordijn, een geurdieet. Het gaat zogezegd om de essentie, een pure belevenis, het uitdagen van je smaakpapillen. Superbe, exquise, een culinair orgasme.
Right. Call me een barbaar, maar voor mij is eten zo veel meer dan esthetiek: het is een manier om mensen bij elkaar te brengen, warmte, liefde en zorgzaamheid. Het begint al met de band tussen moeder en kind tijdens de borstvoeding, de eerste hapjes, een snoepje op de kapotte knie, boterhammen smeren voor in de broodtrommel en ’s avonds tijdens het eten de dag bespreken en grapjes maken. Vriendjes en vriendinnetjes die samen snoepjes en koekjes delen, traktaties op school en werk, chocolaatjes of een fles wijn meenemen omdat je bij iemand op bezoek gaat, voor iemand koken, een feestelijke gelegenheid vieren: tekens van genegenheid, op welk niveau dan ook.
Ik ben er van overtuigd dat relaties en vriendschappen beginnen, versterkt worden en in stand worden gehouden door samen eten: die romantische eerste date, die goede deal je je wilt sluiten, goede vrienden die je al een tijd niet hebt gezien, even bijkletsen met vriendinnen. Praten, lachen, samen genieten bij een goede maaltijd: even een rustmoment om nader tot elkaar te komen, om energie op te doen. Of hoe een bord spaghetti aan de basis ligt van een goed huwelijk. En dat is echt niet af te schuiven op het cliché dat de liefde door de maag gaat. Of misschien juist wel. Des te beter. Want wat is er leuker en fijner dan voor iemand (of voor jezelf!) met zorg ingrediënten uitkiezen en een maaltijd te maken met als belangrijkste geheime ingrediënt liefde?
Dat is voor mij de essentie, de belevenis en de uitdaging, en daarom dacht ik heel even dat ik een foodie was.
* Fear Of Missing Out
Natuurlijk kan ik genieten van een prachtig vormgegeven culinair tijdschrift waarin experts aan het woord komen en je je kunt vergapen aan de nieuwste snufjes en gadgets op kookgebied (je zou er spontaan FOMO* van krijgen), of van een gezellige markt ergens op de wereld waar je oren, ogen, neuzen en vingers tekort komt. Natuurlijk houd ik van lekker eten, van praten over eten, en kijken naar eten, zelfs van foto’s maken van eten, maar daar ligt de grens. Ik kan niet euforisch worden bij het vooruitzicht van een degustatiemenu in een Michelinsterrenrestaurant, of honderden euro’s uitgeven aan een Magimix in de hotste zomerkleuren. Foodfestivals vind ik meestal te ‘posh’, ik doe niet aan what’s hot en what’s not en ik moet al helemaal niet denken aan het in elkaar zetten van een achtgangendiner met prachtig gedresseerde borden. Ik ben al blij als ik een lekkere maaltijd op tafel kan zetten, van meer dan dat word ik hartstikke zenuwachtig en jaag ik mensen de keuken uit.
Eten (of misschien beter gezegd Food) is onderdeel van de esthetica, een elitaire aangelegenheid. Een goed gevuld bord? Nee zeg, het moet eruit zien als een bord gedresseerde blokjes met bladfrummeltjes of het moet gebakken lucht zijn, zoals in de moleculaire keuken, een rookgordijn, een geurdieet. Het gaat zogezegd om de essentie, een pure belevenis, het uitdagen van je smaakpapillen. Superbe, exquise, een culinair orgasme.
Right. Call me een barbaar, maar voor mij is eten zo veel meer dan esthetiek: het is een manier om mensen bij elkaar te brengen, warmte, liefde en zorgzaamheid. Het begint al met de band tussen moeder en kind tijdens de borstvoeding, de eerste hapjes, een snoepje op de kapotte knie, boterhammen smeren voor in de broodtrommel en ’s avonds tijdens het eten de dag bespreken en grapjes maken. Vriendjes en vriendinnetjes die samen snoepjes en koekjes delen, traktaties op school en werk, chocolaatjes of een fles wijn meenemen omdat je bij iemand op bezoek gaat, voor iemand koken, een feestelijke gelegenheid vieren: tekens van genegenheid, op welk niveau dan ook.
Ik ben er van overtuigd dat relaties en vriendschappen beginnen, versterkt worden en in stand worden gehouden door samen eten: die romantische eerste date, die goede deal je je wilt sluiten, goede vrienden die je al een tijd niet hebt gezien, even bijkletsen met vriendinnen. Praten, lachen, samen genieten bij een goede maaltijd: even een rustmoment om nader tot elkaar te komen, om energie op te doen. Of hoe een bord spaghetti aan de basis ligt van een goed huwelijk. En dat is echt niet af te schuiven op het cliché dat de liefde door de maag gaat. Of misschien juist wel. Des te beter. Want wat is er leuker en fijner dan voor iemand (of voor jezelf!) met zorg ingrediënten uitkiezen en een maaltijd te maken met als belangrijkste geheime ingrediënt liefde?
Dat is voor mij de essentie, de belevenis en de uitdaging, en daarom dacht ik heel even dat ik een foodie was.
* Fear Of Missing Out
dinsdag 8 mei 2012
22B
Een druilerige avond, de regen blijft naar beneden miezeren en maakt het zand van het opgebroken wegdek zacht en blubberig. Je voetstappen blijven er net iets te lang in hangen. En hoe je je auto ook parkeert, je stapt altijd in een grote, modderige plas bij het uitstappen. De spetters laten vieze vegen achter op je broek en schoenen en je haar gaat een eigen leven leiden terwijl je probeert al je spullen inclusief baby zo droog mogelijk uit de auto te krijgen.
Baby in de buggy, regenhoes eroverheen, paraplu opsteken (waarom eigenlijk, het waait toch te hard) en off you go. Op naar het ziekenhuis. Maar eerst eten! Iedereen weet toch dat je niet op nuchtere maag een ziekenhuis mag betreden in verband met gevaar voor duizelingen en kotsneigingen? Voor je het weet zit je bij zo'n lieve zuster die zes buisjes bloed uit je melkt en je toesnauwt dat je je arm stil moet houden omdat je anders de naald eruit trekt.
Eten, dus. Niet bij de cafetaria, want daar krijg je hetzelfde voer als de patiënten, maar dan iets minder gepureerd en doodgekookt. Wel bij 22B, een hartverwarmend eethuisje, verstopt in een hoekje bij de Spoed. Het concept is nuchter en simpel: je pakt bestek, kiest een lekkere zelfgemaakte maaltijd en een stuk brood uit de koelvitrine, neemt je dienblaadje mee naar de bar, betaalt, en laat het gerecht daar opwarmen terwijl je iets te drinken kiest uit het uitgebreide gamma.
De informele sfeer en knusse uitstraling zorgen ervoor dat je je op je gemak voelt en lekker wilt blijven zitten om onder het genot van een schuimige latte of spicy Kusmi-tea (ik had de variant met chocolade!) nog een krantje te lezen. Voor de kleine Viking is er een mooie Stokkestoel, waarin hij als een kleine prins de hele omgeving kan bekijken en ongestoord de andere gasten kan beloeren.
Enige nadeel is misschien dat de toiletten buiten zijn en je dus de regen alsnog moet trotseren. Maar het op schattige binnenplaatsje kun in de zomer volgens mij heerlijk weg zitten dromen in de zon. Aanrader dus, deze 22B!
Baby in de buggy, regenhoes eroverheen, paraplu opsteken (waarom eigenlijk, het waait toch te hard) en off you go. Op naar het ziekenhuis. Maar eerst eten! Iedereen weet toch dat je niet op nuchtere maag een ziekenhuis mag betreden in verband met gevaar voor duizelingen en kotsneigingen? Voor je het weet zit je bij zo'n lieve zuster die zes buisjes bloed uit je melkt en je toesnauwt dat je je arm stil moet houden omdat je anders de naald eruit trekt.
Eten, dus. Niet bij de cafetaria, want daar krijg je hetzelfde voer als de patiënten, maar dan iets minder gepureerd en doodgekookt. Wel bij 22B, een hartverwarmend eethuisje, verstopt in een hoekje bij de Spoed. Het concept is nuchter en simpel: je pakt bestek, kiest een lekkere zelfgemaakte maaltijd en een stuk brood uit de koelvitrine, neemt je dienblaadje mee naar de bar, betaalt, en laat het gerecht daar opwarmen terwijl je iets te drinken kiest uit het uitgebreide gamma.
De informele sfeer en knusse uitstraling zorgen ervoor dat je je op je gemak voelt en lekker wilt blijven zitten om onder het genot van een schuimige latte of spicy Kusmi-tea (ik had de variant met chocolade!) nog een krantje te lezen. Voor de kleine Viking is er een mooie Stokkestoel, waarin hij als een kleine prins de hele omgeving kan bekijken en ongestoord de andere gasten kan beloeren.
Enige nadeel is misschien dat de toiletten buiten zijn en je dus de regen alsnog moet trotseren. Maar het op schattige binnenplaatsje kun in de zomer volgens mij heerlijk weg zitten dromen in de zon. Aanrader dus, deze 22B!
donderdag 22 maart 2012
Interessant artikel over 'vervangvlees'
Janneke Vreugdenhil postte vandaag in nrcnext een interessant artikel over de 'nieuwe generatie nepvlees':
http://www.nrcnext.nl/koken/2012/03/22/liever-nepkip-dan-plofkip/
http://www.nrcnext.nl/koken/2012/03/22/liever-nepkip-dan-plofkip/
woensdag 14 maart 2012
Lekker linzenstoofpotje van Nigel
Dit superlekkere, kruidige gerecht van Nigel Slater móet ik wel even posten:
Linzenstoofpotje met zoete uien (vegetarische versie)
Voor 4 personen
Ingrediënten:
4 middelgrote uien
3 kleine wortelen
1/2 tl mild paprikapoeder
1/2 tl kaneel
1/2 muskaatnoot
300 g Le Puy linzen (met blonde linzen gaat het ook ;-))
500 ml bouillon
handje gehakte peterselie
klontje boter
100 g crème fraîche
Bereidingswijze:
1. Hak een ui grof en fruit ze in een beetje olie aan op een matig vuur. Snijd de wortelen in schijfjes en doe ze bij de uien. Doe het deksel op de pan en laat alles een paar minuutjes stomen. Voeg dan het paprikapoeder en de kaneel erbij en rasp de helft van de nootmuskaat eroverheen. Daarna kunnen de linzen erbij, samen met de bouillon en 500 ml water. Doe het deksel weer op de pan en laat het geheel ongeveer 30 minuten zachtjes koken, of tot de linzen gaar en zacht zijn.
2. Snijd de rest van de uien in ringen terwijl dit staat te pruttelen en bak ze - in een andere pan - in wat boter heel langzaam aan totdat ze goudbruin en zacht zijn. Rasp er ten slotte wat nootmuskaat overheen.
3. Strooi vlak voor het serveren een handje gehakte peterselie over de linzen. Serveer met een schepje crème fraîche met daarbovenop de gekaramelliseerde uien.
Heerlijk met een stuk (Turks) brood. De kleur is misschien niet zo aantrekkelijk, maar de warme kruiden maken er echt iets bijzonders van!
Linzenstoofpotje met zoete uien (vegetarische versie)
Voor 4 personen
Ingrediënten:
4 middelgrote uien
3 kleine wortelen
1/2 tl mild paprikapoeder
1/2 tl kaneel
1/2 muskaatnoot
300 g Le Puy linzen (met blonde linzen gaat het ook ;-))
500 ml bouillon
handje gehakte peterselie
klontje boter
100 g crème fraîche
Bereidingswijze:
1. Hak een ui grof en fruit ze in een beetje olie aan op een matig vuur. Snijd de wortelen in schijfjes en doe ze bij de uien. Doe het deksel op de pan en laat alles een paar minuutjes stomen. Voeg dan het paprikapoeder en de kaneel erbij en rasp de helft van de nootmuskaat eroverheen. Daarna kunnen de linzen erbij, samen met de bouillon en 500 ml water. Doe het deksel weer op de pan en laat het geheel ongeveer 30 minuten zachtjes koken, of tot de linzen gaar en zacht zijn.
2. Snijd de rest van de uien in ringen terwijl dit staat te pruttelen en bak ze - in een andere pan - in wat boter heel langzaam aan totdat ze goudbruin en zacht zijn. Rasp er ten slotte wat nootmuskaat overheen.
3. Strooi vlak voor het serveren een handje gehakte peterselie over de linzen. Serveer met een schepje crème fraîche met daarbovenop de gekaramelliseerde uien.
Heerlijk met een stuk (Turks) brood. De kleur is misschien niet zo aantrekkelijk, maar de warme kruiden maken er echt iets bijzonders van!
Labels:
Recepten
dinsdag 21 februari 2012
Ik eet een...
Kaki!
Zacht,zoet, stevig, een soort kruising tussen een Charentaismeloen en een mango. Met intens oranje vruchtvlees en een wat dor aanvoelend kroontje. Zijn zusje heet Sharon, een lief meisje, stralend licht van binnen, maar met dezelfde stevige wangen als haar broer.
Het is een nogal schuchtere familie, ze komen maar een paar maanden per jaar buiten, gek genoeg alleen in het najaar. Maar dan doen ze het ook meteen goed, want voor je het weet zijn ze weer weg, overwinteren in warmere oorden.
De familie Kaki en ik ontmoetten elkaar tijdens het ontbijt bij een bakkerij waar het brood verkopen nog op rijm gebeurt. Op het bordje met fruit lag eens niet de obligate mix van te harde meloen, te draderige mandarijn, te slappe druiven, te bruine appel of te smoezelige banaan, maar een mooi waaiertje feloranje plakjes van een vrucht die ik niet kende. Een kleine proefronde verraste me, ik verwachtte een soort meloen, maar kreeg iets anders, iets nieuws, iets interessants. Vol enthousiasme sprak ik de bakker zelf aan. Hij keek me aan met een mengeling van norsheid en verveling, waarom kon dat mens nou niet gewoon dat fruit opeten en verder geen vragen stellen?
Toch moet er iets zijn geweest wat hem ertoe zette - was het mijn aanstekelijke opgetogenheid of was hij geroerd door de grote ogen van onze kleine viking? - om terug naar de keuken te gaan, te verschijnen met een soort appeltje van oranje en me kort(af) uit de doeken te doen wat ik nu eigenlijk aan het eten was.
De weken erop zag ik ze in de koelcel van de supermarkt rillen in hun dunne exotische velletje (foei, denk om de ecologische voetafdruk!). Natuurlijk nam ik er dan een paar mee naar huis om lekker knus op de fruitschaal op te warmen, ik ben geen onmens, voordat ze in mijn yoghurt verdwenen. Ik verheug me al weer op de nieuwe lichting Kaki, om te laten proeven aan mijn kleine viking, om er ijs van te maken en allerlei lekkere dingen mee uit te proberen.
Zacht,zoet, stevig, een soort kruising tussen een Charentaismeloen en een mango. Met intens oranje vruchtvlees en een wat dor aanvoelend kroontje. Zijn zusje heet Sharon, een lief meisje, stralend licht van binnen, maar met dezelfde stevige wangen als haar broer.
Het is een nogal schuchtere familie, ze komen maar een paar maanden per jaar buiten, gek genoeg alleen in het najaar. Maar dan doen ze het ook meteen goed, want voor je het weet zijn ze weer weg, overwinteren in warmere oorden.
De familie Kaki en ik ontmoetten elkaar tijdens het ontbijt bij een bakkerij waar het brood verkopen nog op rijm gebeurt. Op het bordje met fruit lag eens niet de obligate mix van te harde meloen, te draderige mandarijn, te slappe druiven, te bruine appel of te smoezelige banaan, maar een mooi waaiertje feloranje plakjes van een vrucht die ik niet kende. Een kleine proefronde verraste me, ik verwachtte een soort meloen, maar kreeg iets anders, iets nieuws, iets interessants. Vol enthousiasme sprak ik de bakker zelf aan. Hij keek me aan met een mengeling van norsheid en verveling, waarom kon dat mens nou niet gewoon dat fruit opeten en verder geen vragen stellen?
Toch moet er iets zijn geweest wat hem ertoe zette - was het mijn aanstekelijke opgetogenheid of was hij geroerd door de grote ogen van onze kleine viking? - om terug naar de keuken te gaan, te verschijnen met een soort appeltje van oranje en me kort(af) uit de doeken te doen wat ik nu eigenlijk aan het eten was.
De weken erop zag ik ze in de koelcel van de supermarkt rillen in hun dunne exotische velletje (foei, denk om de ecologische voetafdruk!). Natuurlijk nam ik er dan een paar mee naar huis om lekker knus op de fruitschaal op te warmen, ik ben geen onmens, voordat ze in mijn yoghurt verdwenen. Ik verheug me al weer op de nieuwe lichting Kaki, om te laten proeven aan mijn kleine viking, om er ijs van te maken en allerlei lekkere dingen mee uit te proberen.
maandag 17 oktober 2011
Abonneren op:
Posts (Atom)